Kortebaan: hoe werkt het?

Een kortebaandraverij is een wedstrijd tussen telkens twee paarden, in een rechte lijn over circa 300 m lengte, volgens het zogenaamde ‘knockout’ systeem. De start is uitermate belangrijk want wie goed is gestart heeft een goede uitgangspositie om de rit te winnen. Het paard met het laagste nummer draait over gelijke afstand in de eerste rit vóór het paard met het daarop volgende nummer. Bijvoorbeeld nummer 1 draait vóór nummer 2 en nummer 3 vóór nummer 4 enzovoort. In de tweede rit is dit omgekeerd, dan start nummer 2 vóór nummer 1. Winnen beide paarden één rit, dan volgt een kamprit. Het paard dat de kamprit wint gaat door naar de volgende omloop.

Is een paard 4 jaar of jonger, dan heeft het paard een ontheffing van 5 m. Heeft een paard een bepaald bedrag gewonnen op de kortebaandraverijen, dan wordt de afstand met respectievelijk 5 of 10 m verhoogd. Bijvoorbeeld: het vierjarige paard loopt over 295 m bij een gemiddelde afstand van 300 m en paarden die veel hebben gewonnen, moeten dan over 305 of 310 m afstand lopen.

Er kunnen maximaal 24 paarden deelnemen waarvan er dan 12 overgaan naar de tweede omloop, dan 6 naar de derde omloop en daarna 3 naar de vierde omloop. Voor de vierde omloop wordt één paard bij geloot van de drie verliezers. Deze vier paarden in de vierde omloop strijden dan om de plaatsen één, twee, drie en vier.

Rode en witte vlag

De vlagsignalen bij de kortebaan worden al eeuwenlang op dezelfde wijze gebruikt. De rode vlag betekent dat alles oké is, maar een witte vlag duidt erop dat de start ongeldig is of dat een paard wordt uitgeschakeld wegens onregelmatige gangen of galopperen. Keurmeesters zien erop toe dat het paard volgens de voorschriften draaft. Er is allereerst de starter, dan na circa 100 m de eerste keurmeester, na circa 200 m de tweede keurmeester en de derde keurmeester staat bij de finish (eindstek), bijgestaan door de rechter van aankomst. De vlagsignalen van de starter worden overgenomen door de keurmeesters en ook die van het eindstek (finish). Na de rit geeft de keurmeester van het eindstek aan welke baan gewonnen heeft. De andere keurmeesters geven dit door, zodat bij de start bekend wordt wie de ritwinnaar is.